De wereld bedriegt

David heeft in zijn liefde voor Israel (hij was nog geen koning) de stad Keilah bevrijdt van de Filistijnen. God had hem groen licht gegeven en God gaf hem de overwinning. Nu zouden we kunnen denken dat Keilah hem daar erg dankbaar voor was en op eerst gezicht zal dat ook wel zo geweest zijn.

Toen Saul hoorde dat David Keïla was binnengetrokken, dacht hij: Door een stad binnen te gaan met een dubbele deur en een grendel heeft hij zichzelf ingesloten. God heeft hem aan mij uitgeleverd! Hij riep het leger onder de wapenen met de bedoeling om David en zijn mannen in Keïla in te sluiten. (1 Samuel 23:7,8)

David was nu in de stad en hij dacht daar misschien veilig te zijn, in plaats van in de bergen in de wildernis. Men voelt zich er veilig omdat de muren beschermen tegen vijanden en wilde dieren. Maar Saul zag het anders, hij zag dat David nu gevangen zat tussen de muren, en hij ging er op af.

10 Toen zei hij: ‘HEER, God van Israël, men heeft uw dienaar verzekerd dat Saul voorbereidingen treft om naar Keïla te gaan en de stad vanwege mij te vernietigen. 11 Zullen de burgers van Keïla mij aan hem uitleveren? Is Saul inderdaad onderweg, zoals men mij heeft verteld? HEER, God van Israël, ik smeek u, laat het mij weten!’ ‘Ja, hij is onderweg,’ antwoordde de HEER, 12 en David vroeg: ‘Zullen de burgers van Keïla mij en mijn mannen aan Saul uitleveren?’ ‘Ja, dat zullen ze doen,’ antwoordde de HEER. (1 Samuel 23:10-12)

En David hoort dat Saul naar hem toe komt om hem op te pakken en te vermoorden. En maar goed David in vrede leeft met God en op God vertrouwt en niet op mensen. Daarom vraagt hij aan God wat er moet gebeuren. Want wat zou er gebeuren als hij op de mensen had vertrouwt? Ze zouden hem bedriegen, ze zouden hem overleveren aan Saul. Ook al had David hen bevrijd van de vijand de held zou worden overgeleverd.

Daarom moeten we nooit vertrouwen op mensen boven God. Ook al hebben we nog zo aardig gedaan en hebben we er recht op dat mensen aardig tegen ons doen, we moeten er niet op vertrouwen. Het hart is altijd egoistisch als men zelf in gevaar komt dan geld vriendschap niet meer.

32 Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33 En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. (Lukas 6:32,33)

David is wijs en weet alleen op God te vertrouwen. Deze mensen zijn het beeld van de wereld, vol van egoisme. Jezus zegt ook dat de wereld wel lief heeft wie hen liefheeft, oog om oog. Maar uiteindelijk moeten we onze vijanden liefhebben, want dan is het echte liefde.

Laten we wijs zijn als David en vertrouwen op God en tegelijk liefhebben met het hart van God. Zoals David liefde voor het volk van God zo moeten wij lief hebben. Ook al accepteren anderen die liefde niet, wij weten dat we veilig in de armen van God.

This entry was posted in 09 1 Samuel, 42 Lukas. Bookmark the permalink.