Gods hart houdt vast

Johannes 3:14-20

8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)

 En nog een keer wil ik je wijzen op de woorden van God die door Hosea zijn uitgesproken. Die woorden zijn zo krachtig en vol van jaloezie. In die woorden zien we een brandend verlangen van God om met ons te leven. Als een jongen die een meisje probeert te veroveren zo zie ik God die ons probeert te veroveren met Zijn liefde.

Romeinen 5:8 begint dan opeens een hele andere glans te krijgen. Het kan zo’n dogmatische zin zijn voor ons gereformeerde christenen. Een zin waaruit blijkt dat God zo goed is en wij zo slecht, dat het pure genade is. Maar de glans komt pas als we zin vanuit welk hart dit wordt gezegd. De nadruk ligt niet op hoe slecht wij zijn, ook al staat er dat wij nog zondaars waren. De nadruk ligt op het hart van God.

God is zo brandend van liefde, Hij wil ons in Zijn liefde veroveren. Ook al hebben wij geen enkele interesse in Hem Hij brand met verlangen voor ons en Hij geeft niet op. In Jezus laat Hij die diepe liefde zien, en dan is opeens alle dogmatische stof weggeblazen en kunnen we zien de diepte van het evangelie. De jaloezie van het evangelie om ons hart bij het Zijn te hebben.

16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)

En dan betekend dit vers opeens ook veel meer. Dan zien we dat Johannes begreep hoe de liefde van God brand. WANT GOD HAD ZO LIEF! Het moet opgepoetst worden. Lees de eerdere overdenkingen over Hosea. Gods hart is jaloers voor ons en Hij wil niets anders dan dat wij Zijn liefde beantwoorden.

En vraag je dan eens af, hoeveel pijn heeft de Vader met de christenen van vandaag? Hoever wandelen wij van die liefde? Hebben wij niet de liefde geaccepteerd als een vrouw die om het geld getrouwd is? We hebben alleen maar God omdat het ons goed uitkomt, maar we leven niet met God. We leven niet in Zijn liefde, we wandelen niet in Zijn hart, brandend van verlangen.

17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. (Johannes 3:17)

God is niet de boeman die mensen maar naar de hel stuurt, want dat is Zijn goedrecht, want Hij is soeverein. Wij sturen onszelf naar de hel, omdat God heilig is. Maar de brandende liefde van God heeft Jezus juist gezonden om ons te bevrijden van het kwaad, zodat we weer een met Hem kunnen zijn. De Vader probeert je te veroveren met Zijn liefde.

This entry was posted in 43 Johannes, 45 Romeinen. Bookmark the permalink.