Gekozen(2)

2 Petrus 1:3-11

Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. (2 Petrus 1:3)

Gisteren had ik er al over geschreven. Als we eenmaal gekozen hebben moeten we vast blijven houden aan die keuze en er mee aan het werk gaan. Een huwelijk zonder dat je er aan werkt is het niet waard om een huwelijk te worden genoemd.

Veel mensen hebben hobbies waarmee zich druk houden. Je moet toch wat te doen hebben maar om nu tijd vrij te maken om in je geestelijk leven te investeren is er niet bij. Daar zijn we te druk voor.

We hebben het naar onze zin hier op aarde en willen er alles uit halen wat er uit te halen valt. Maar hebben we daarmee niet laten zien dat we eigenlijk helemaal geen keuze willen maken. We schuilen achter de smoes dat God ons kiest.

Maar God verlangt er naar dat wij ook voor Hem kiezen. Jezus heeft ons geroepen en wij moeten de keuze maken of we Hem willen volgen of niet. Waarom zouden we nog wachten?

Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. (2 Petrus 1:5-7)

Velen van ons hebben de keuze gemaaktom christen te zijn. Laten we nu de keuze maken om echt voor Hem te leven. Niet alleen in woorden maar ook in daden. En met die daden bedoel ik niet alleen goede daden voor de mensheid maar juist de goede daden waar Petrus hier over spreekt.

Het niet toepassen van deze oproep van Petrus betekend eigenlijk gewoon God negeren. Jezus niet accepteren, vergeten waarom we eigenlijk gered zijn. Het is een leeg bestaan in het oude leven nog voor het kruis.

10 Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles doet, komt u nooit ten val (2 Petrus 1:10)

This entry was posted in 61 2 Petrus. Bookmark the permalink.