Jezus als priester

Hebreeen 7:11-28

11 Had het Levitische priesterschap – dat de basis vormde voor de wet die het volk ontving – de volmaaktheid gebracht, dan zou het niet nodig zijn geweest dat er een andere priester werd aangesteld, die was zoals Melchisedek, en niet zoals Aäron.12 Maar wanneer de aard van het priesterschap verandert, verandert onherroepelijk ook de wet. (Hebreeen 7:11,12)

De schrijver van het bijbelboek Hebreeen legt duidelijk de twee verbonden naast elkaar. Ze hebben alle twee hetzelfde doel, dat de mens samen met God leeft, in afhankelijkheid van Hem. Maar de manier waarop is verschillend.

Het oude verbond heeft gefaald, het had niet het resultaat dat het had moeten hebben. Het volk was niet trouw aan God. Er moest een ander verbond komen dat niet was gebaseerd op het oude verbond. Het hele systeem moest omgegooid worden.

15 Nog duidelijker wordt het als we ons realiseren dat deze nieuwe priester, het evenbeeld van Melchisedek,16 geen priester geworden is op grond van de in de wet vereiste menselijke afstamming, maar door de kracht van zijn onvergankelijk leven. (Hebreeen 7:15,16)

En nogmaals dit is geen theologisch gebrabbel van de schrijver. Hij heeft een doel waarom Hij dit schrijft. Het is niet zozeer om ons ervan te overtuigen dat Jezus echt de verlosser is, maar om de positie van Jezus en daarin onze positie te laten zien.

Jezus heeft Gods plan naar de aarde gebracht in een nieuw verbond met ons. Dit verbond is vanuit God gesloten met Jezus en allen die bij Jezus willen horen. Het is niet meer gebaseerd op regels van de wet maar het is gebaseerd op het werk van Jezus. En dit werk van Jezus geeft ons een nieuw leven in de praktijk.

19 – de wet heeft trouwens in geen enkel opzicht de volmaaktheid gebracht –, maar de hoop op iets beters treedt ervoor in de plaats, waardoor wij weer dichter tot God kunnen naderen. (Hebreeen 7:19)

En hier staat helemaal duidelijk. Het doel van de wet was een heilig leven, een volmaakt leven. Maar het heeft gefaald maar het nieuwe verbond is ervoor in de plaats gekomen zodat wij dichter tot God kunnen naderen. Dichterbij dan Mozes, dichterbij dan Elia. Want wij leven nu in eenheid met God, in het volmaakte leven dat we hebben gekregen in Jezus. En dit volmaakte leven hoeft niet theoretisch te zijn totdat Jezus terugkomt, maar mag nu al praktisch zijn.

25 Zo kan hij ieder die door hem tot God komt volkomen redden, omdat hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten. 26 Een hogepriester als hij hadden we ook nodig, iemand die heilig, schuldeloos en zuiver is, van de zondaars afgescheiden en ver boven de hemel verheven. (Hebreeen 7:25,26)

De weg naar God is open voor altijd, op basis van de liefde van Jezus. En dit moet ons een verlangen geven een hoop geven en een geloof geven, waarin we mogen leven. Echt het is meer dan zondag naar de kerk gaan en denken dat het gebouw Gods tempel is. Wij mogen nu al binnen komen voor de troon van God, achter de computer, thuis alleen in je kamer.

This entry was posted in 58 Hebreeen. Bookmark the permalink.