Gods Geest

Voor de troon brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God. (Openbaring 4:5b)

Klinkt misschien spookachtig, de zeven geesten van God. Maar het staat hier, dus we moeten het accepteren. We kunnen er niet om heen draaien. Als God Zichzelf hier laat zien, in de eerste plaats aan Johannes, met de zeven geesten dan is het belangrijk dat wij dit van Hem weten.

18 Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd. (2 Korinthe 3:18)

De Geest van God is een werkelijkheid die wij kunnen toelaten in ons leven. Mozes was in de aanwezigheid van God en daardoor begon zijn gezicht te glimmen. De Israelieten konden dit niet accepteren en vroegen Mozes om Zijn gezicht te bedekken. En dit is wat de kerk zovele eeuwen heeft gedaan, de Geest bedekt zodat het ons niet confronteert.

Want zonder de Geest kunnen wij een eigen religie creëren zonder dat we God vragen hoe het werkelijk zit. Maar op het moment dat wij werkelijk in de aanwezigheid van God verkeren kunnen we geen leugens meer verzinnen, geen theologie meer uit onze mouw schudden.

De zeven Geesten die voor de troon van God zijn, zijn er voor ons. Het is Zijn aanwezigheid die Hij in ons leven wil doen samenkomen. Gods verlangen om met Zijn aanwezigheid in ons leven te komen is een permanent verlangen in Gods hart. Wij kunnen nu al in Zijn aanwezigheid leven en er door leven in de waarheid.

Want Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe dat wij nu de luister van de Heer kunnen aanschouwen. Wij kunnen nu voor de troon van God komen zodat wij meer en meer door de Geest van de Heer naar Zijn luister en Heerlijkheid zullen worden veranderd.

De zeven geesten zijn een vuur van puurheid en heiligheid, de aanwezigheid van God. En deze geest mag in ons wonen en ons rein maken naar het beeld van God. Het mag in ons branden van verlangen naar meer van Gods glorie en heerlijkheid.

Ze staan voor Gods troon, altijd klaar, om ons te vullen met Zijn aanwezigheid. Wat een God hebben wij, aan Hem komt alle eer toe van ons leven.

This entry was posted in 47 2 Korinthe, 66 Openbaring. Bookmark the permalink.