Verheugd in verzoeking

Jakobus 1

2 Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, 3 want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. (Jakobus 1:2-3)

Misschien niet een populaire gedachte, maar als we er over nadenken dan kunnen we niets anders zeggen dan dat het klopt.

Wat zou jij doen als je met de dood wordt bedreigd omdat je christen bent? Ik kan me zo voorstellen, dat je het jezelf niet kunt voorstellen. Misschien zou je een ontwijkend antwoordt kiezen of een antwoord waarmee je in ieder geval je leven kunt behouden. Geloof betekend vertrouwen op God onder alle omstandigheden, zelfs de bedreiging van de dood.

Verzoekingen die in ons leven komen om ons te testen of ons af te leiden moeten we met beide handen aanpakken. We moeten ze omarmen met vreugde, want ze zullen ons geloof doen groeien. De woorden van geloof die wij uitspreken kunnen alleen werkelijkheid worden op het moment dat we werkelijk moeten vertrouwen op de kracht van Jezus.

Het eens zijn met de geloofsbelijdenis betekend nog niet dat je het werkelijk gelooft. Maar op het moment dat mensen je belachelijk maken omdat je Jezus volgt en dan blijft vertrouwen op Gods rechtvaardigheid heb je geloof. Omstandigheden die ons tegenstaan zijn er niet om boos op te worden, want dan valt ons geloof, ze zijn er om te blijven vertrouwen op Jezus.

Daarom kan Jakobus tegen ons zeggen dat we vol van vreugde moeten blijven op het moment dat er van alles tegenzit. Wees blij, want dat zijn de momenten waarop je kunt groeien in geloof. Een leven waarin alles meezit en we nooit worden geconfronteerd met ons geloof, is een leven waarin ons geloof niet groeit. Dat geloof zal nooit kunnen blijven staan op het moment dat er echt heftige problemen komen.

Wees verheugd op het moment dat er verzoekingen zijn. Verzoekingen die ons willen afbrengen van een leven volledig voor Jezus. Want die verzoekingen zullen we kunnen overwinnen door ons geloof. Ons vertrouwen op God zal groeien en de verzoeking overwinnen.

This entry was posted in 59 Jakobus. Bookmark the permalink.