Volharding volmaakt

Jakobus 1

2 Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, 3 want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. 4 Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet. (Jakobus 1:2-3)

Vers 4 laat een verlangen zien dat elke christen zou moeten hebben. Een verlangen naar een volharding die doorwerkt naar perfectie. Volharding betekent gewoon vasthouden aan wat je hebt en niet loslaten onder welke omstandigheden dan ook.

Mensen die graag spieren willen kweken, moeten daar hard voor werken. Ze moeten vasthouden aan een dieet, ze moeten vasthouden aan een routine van oefenen. En in het oefenen moeten ze elke keer een zwaarder gewicht gaan proberen, want alleen dan zal hun kracht groeien.

Zo is het met ons geestelijk leven. De beproevingen zijn steeds zwaarder. Daar waar de eerste beproevingen moeilijk waren, stellen die naar mate je verder in je geloofsleven wandelt niets meer voor. Je bent aan het groeien in een leven van volharding. Een leven waarin je vasthoudt aan je enige hoop in dit leven, Jezus.

Volharding moet doorwerken, want als we loslaten zal ons geloof niet groeien naar perfectie, ons vertrouwen is dan gebroken omdat het niet altijd vertrouwt. Maar als we wel volharden in ons vertrouwen zullen wij groeien naar perfectie. Daar hoeven we niet over na te denken, dat is een levenswandel van puur vertrouwen. Zo gauw we gaan nadenken wat perfectie betekent vallen we terug of zijn we ontmoedigd, maar als we vast blijven houden aan onze volharding zullen we blijven groeien.

Volharding is een verlangen naar een leven dichtbij God. Het is een vreugde waarin we elke verzoeking zien als een moment om onze hoop in Jezus sterker te laten worden. En hoe sterker de band met Jezus, hoe sterker we staan in ons geloof, hoe sterker onze kracht om te volharden. Volharding brengt groei naar perfectie, blijf staan in Zijn kracht en het zal werkelijkheid zijn.

This entry was posted in 59 Jakobus. Bookmark the permalink.