Werkelijk geloof

Romeinen 4

9 Geldt deze zaligspreking nu alleen voor besneden mensen of ook voor onbesneden mensen? Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid. 10 Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een onbesnedene? Niet als besnedene, maar als onbesnedene! 11 En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven, hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden; (Romeinen 4:9-11)

De zaligspreking wijst terug naar de woorden van David. David die mensen zalig spreekt die door God zijn vergeven. Alleen die mensen zijn werkelijk zalig in dit leven. Natuurlijk richt Paulus zich nu voornamelijk tot joden. Hij wil hen uit het joodse doosje halen en laten zien dat God de God van iedereen is en niet alleen hun God. God is de Schepper van hemel en aarde en Hij heeft de keuze te doen wat Hij wil doen.

En Abraham is voor de joden de vader van alle gelovigen. Bij Abraham is het joodse geloof begonnen. En nu wil Paulus bewijzen dat de rechtvaardigheid die Abraham had ontvangen niets met de besnijdenis te maken heeft. De besnijdenis is slechts een zegel op het geloof dat Abraham had.

Daarom is Abraham de vader van alle gelovigen. Paulus wil de nadruk verleggen van uiterlijke religie naar de kern van ons bestaan. Het ging Abraham er niet om dat hij bepaalde rituelen en een bepaalde religie ging starten. Alles wat Abraham in zijn leven heeft gedaan is God gehoorzamen in vertrouwen en geloof. En dat maakt hem de vader van alle gelovigen, niet de besnijdenis.

Als voor ons onze denominatie heilig is, dan doen wij precies waar Paulus zich hier tegen verzet. Als ons hokjes denken ons geloof domineert zijn wij niet Abraham aan het volgen in het geloof. Dan houden wij vast aan de rituelen waarvan sommigen slechts een zegel zijn van het geloof.

Abraham geloofde in God en alles wat hij deed kwam daaruit voort. Wij draaien het vaak om, wij doen dingen om zo ons geloof vorm te geven. En dat is de omgekeerde wereld. Wij moeten persoonlijk naar God toe gaan als wij werkelijk kinderen van Abraham willen zijn. Wij moeten niet zoeken naar wat de juiste religie, we moeten zoeken naar de God van Abraham.

Besnijdenis is een  waardevol instrument, maar is slechts een zegel op het geloof. Alles wat wij doen moeten wij doen uit een vertrouwen op God. Het geldt voor de joden, het geldt voor iedereen hier op aarde. Laten we niet vastzitten aan uiterlijk vertoon maar laten we zoeken naar de werkelijkheid van ons geloof in de Schepper van Hemel en Aarde.

This entry was posted in 45 Romeinen. Bookmark the permalink.