Romeinen 1-8

Romeinen 8

De eerste 8 hoofdstukken van dit bijbelboek moeten echt in een stuk door gelezen worden. Paulus neemt ons mee in een gedachtegang dat ons wil wegtrekken uit onze eigen werken, naar de werken die wij kunnen doen in de Heilige Geest.

17 Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. (Romeinen 1:17)

Het is alleen geloof dat God van ons verlangt. Vertrouwen op Hem dat tot gevolg heeft dat we rechtvaardig mogen leven.

12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. (Romeinen 3:12)

Niet onze eigen kracht, niet onze eigen toewijding, want dat hebben we niet. Niemand is bereid om God te dienen, niemand heeft een verlangen om alles uit God te ontvangen. De wereld is nutteloos er komt niets goed uit voort.

8 God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)

Maar toch heeft God niet opgegeven en houdt Hij nog steeds vast aan ons. Ondanks dat wij in zo’n positie leven heeft God toch alles gegeven om ons uit deze moeras van onrechtvaardigheid te trekken. In Jezus heeft God alles gegeven om dat te volbrengen in ons leven.

6 Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. (Romeinen 6:6)

En dit is het werk van Jezus. Het werk dat wij sterven aan dat oude nutteloze vlees. Het vlees dat niet kan doen wat God van ons verlangt. Het moet dood samen met Jezus aan het kruis. Niet langer meer van invloed op ons leven.

24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? (Romeinen 7:24)

Want die worsteling moet uit ons leven verbannen worden waardoor we werkelijk verlost kunnen worden van deze ellendige mens. Want het is een ellendige situatie als we het goede wel willen doen, maar we door het vlees blijven wandelen.

4 opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:4)

Maar nu mogen we in Jezus door de Geest wandelen. En wanneer we in de Geest wandelen weten we dat we God behagen en niet langer dat nutteloze leven in ons hebben. Hoofdstuk 8 wordt de kroon op het bijbelboek. We zijn vrij om te leven naar de Geest, we zijn vrij om nu werkelijk kinderen van God te zijn.

37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. (Romeinen 8:37)

En als we kinderen van God zijn betekent het dat we in Zijn liefde leven. En als we in Zijn liefde leven zijn we overwinnaars. Nooit meer hoeven we ons verslagen te weten, altijd mogen we weten dat God aan onze kant staat en het kwaad ons niets meer aan kan doen. Laten we het geloof in ons leven toe. Laten we de kracht van God in ons leven werken. Dan alleen hebben we de boodschap van Paulus begrepen.

This entry was posted in 45 Romeinen. Bookmark the permalink.