De stap naar geloof

Romeinen 10

15 En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden? Zoals geschreven staat: Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen! 16 Maar zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest. Jesaja zegt namelijk: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? 17 Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. 18 Maar ik zeg: Hebben zij het dan echt niet gehoord? Zeker wel: Hun geluid is over heel de aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden van de wereld. (Romeinen 10:15-18)

Geloof komt niet vanzelf, het is een bewuste keuze die we moeten maken. Paulus beschrijft hier de weg naar geloof. En het eerste gedeelte is Gods verantwoording, Gods Woord, Gods beloften moeten spreken tot ons. Gods heerlijkheid en goedheid en liefde moet worden geopenbaard aan ons mensen. De vrede die God met ons wil sluiten moet ons duidelijk worden.

En dat is het evangelie (het goede nieuws) dat wij moeten uitdragen naar de mensen om ons heen. Het Woord van God, niet de wetten en de regels van hoe het christendom in elkaar steekt maar het Woord van God dat bevrijding brengt, dat vrede brengt in ons leven.

De volgende stap is het horen. En dit is niet simpel luisteren, dit is het luisteren dat de wijze bouwer toepast. Hij hoort het Woord en leeft er naar. En dat is gelijk ook de betekenis van het geloof. Want geloof is niet het erkennen van wat regels, het geloof is werkelijk vertrouwen hebben in de beloften die God geeft in Zijn evangelie. De vrede die God wil geven door weer samen ons te wandelen hier op aarde, daar moeten we op vertrouwen en dat kan niemand anders doen.

Iedereen heeft deze eigen keuze, zelfs God wil daar niets aan doen. Wij moeten horen naar het Woord van God. Het Woord dat God in ons hart wil spreken, de beloften die God aan ons wil doen. De vrede die God aan ons wil geven. Daar moeten we naar horen en er dan naar wandelen. Weten dat God dat in ons leven wil doen, door het kruis van Jezus.

En dat is ook de boodschap die we door moeten geven. We moeten niet net als de geestelijke leiders in de tijd van Jezus zware lasten gaan opleggen aan mensen die interesse tonen in het christendom. We moeten ze wijzen op de beloften die God heeft gedaan, het verbond dat God is aangegaan door Jezus. En daar moeten ze in geloven, daar moeten ze op vertrouwen voor hun leven.

En velen zullen niet luisteren, velen zullen niet geloven. Maar laat het niet aan ons liggen, laten wij onze verantwoording nemen en de beloften van God verkondigen aan iedereen om ons heen. Laten wij het licht van de wereld zijn en schijnen in deze donkere tijd. Laten wij de vrede van God buiten onze veilige haven verkondigen in de woeste wereld.

This entry was posted in 45 Romeinen. Bookmark the permalink.