Eensgezindheid

Romeinen 15

5 En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus, 6 opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus verheerlijkt. 7 Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God. (Romeinen 15:5-7)

Eensgezindheid in de kerk krijgen we niet door bij elkaar te gaan zitten in vergaderingen en leuke activiteiten te verzinnen met elkaar. Dan krijgen we alleen maar geforceerde relaties. Relaties die als basis hebben dat we willen voldoen aan het verlangen van God dat we één zijn. Maar deze relaties vallen snel uiteen het moment dat er onenigheid is. Het is menselijk onmogelijk om met z’n allen ergens over eens te zijn, misschien zijn we het hier al niet over eens.

Als we kijken naar deze verzen dan zien we in de eerste plaats dat het God is die ons eensgezindheid geeft in Jezus Christus. Nu zouden we dat natuurlijk ook in die vergaderingen kunnen zien, dat God de eensgezindheid geeft. Maar dan is er nog één vraag: ‘waarin zit hem de eensgezindheid?’ Niet dat we het met elkaar eens zijn en dat we elkaars theorieën erkennen, het zit hem in vers 6.

De eensgezindheid komt wanneer ons hart op de juiste plek zit, op de plek die zoekt om God te verheerlijken in ons leven. Soms voelen we de eensgezindheid als we met z’n allen aan een gezamenlijk doel werken, en zo is het ook op het moment dat we het geloof zien als het verheerlijken van God. We halen dan alle bijzaken weg en alleen het verheerlijken van God blijft dan nog over.

Eensgezindheid zit hem in de momenten waarin we niet langer onze theologie en dogma’s blijven vasthouden in onze relatie met andere mensen, het zit hem in de momenten waarop we gezamenlijk God willen verheerlijken met onze mond en daden. Dat zien we nog weleens op het zendingsveld als de muren van denominaties niet zo sterk zijn. Gezamenlijke acties van verschillende denominaties om het werk van God te doen. Dan zijn de dogma’s opeens niet meer zo belangrijk.

Vers 7 roept ons op om elkaar te accepteren zoals Jezus ons heeft geaccepteerd. Kijk niet naar de ander en zijn rare gewoonten, we zijn allemaal broeders en zusters. En allemaal willen we God verheerlijken die ons ook heeft geaccepteerd zoals we zijn. Hem komt alle lof en eer toe en als we dat nu allemaal als doel maken van ons religieus leven, zijn we eensgezind. Er is namelijk maar één God en Schepper.

 

This entry was posted in 45 Romeinen. Bookmark the permalink.