In de slaapkamer

Lukas 8

54 Maar toen Hij hen allen naar buiten gestuurd had, pakte Hij haar hand en riep: Kind, sta op! 55 En haar geest keerde terug en zij stond onmiddellijk op; en Hij gaf opdracht dat men haar te eten zou geven. 56 En haar ouders waren buiten zichzelf, en Hij beval hun dat zij niemand zouden zeggen wat er gebeurd was. (Lukas 8:54-56)

Zoals we soms over onze religie praten, het wordt zo afstandelijk. Een God die boven op de berg zit, met Mozes praat, wij onder aan de berg bezig met ons leventje, soms ongeduldig worden en dan maken we ook onze eigen gouden kalf. Theologie is een wetenschap geworden waarin we het Hebreeuws en Grieks analyseren en zoeken naar wegen om een zo sluitend mogelijke beredenering te krijgen. Want de wereld moet vooral geen gaten kunnen schieten in onze theologie.

Nu moeten we dit beeld, dat hier geschetst wordt, eens proberen vast te houden. Jezus gaat samen met drie van zijn discipelen naar binnen, in het huis van deze synagoge leider. Hij sluit de deur en niemand anders mag naar binnen dan de vader en moeder. Even helemaal weg van het gewoel en gedrang van de menigte. Even alle aandacht alleen op dit gezin.

God komt heel dicht bij. Nu is het even geen afstandelijke God die we beschrijven vanuit de oude geschriften, maar de Zoon van God die daar in de slaapkamer staat. Nu maakt het niet uit of de schepping in 6 dagen was of in 6 miljoen jaar is gemaakt, nu maakt het even niet uit waar de ark van Noach terecht kwam en of we nu wel naar het restaurant mogen op zondag. Die vragen zijn even helemaal niet meer van belang.

Alles wat nu van belang is is kijken, geloven en verwachten. Alles wat nu van belang is een heilig ontzag voor een God die bereid is om in de slaapkamer even alleen te zijn met deze vader en moeder van wie het kind levenloos daar ligt. Jezus roept naar het meisje alsof ze er nog gewoon is. Met Zijn stem gebiedt Hij het kind op te staan, alsof het kind daar zelf controle over heeft. Maar dat is nu precies hoe het moet, op het moment dat God iets zegt mogen wij er naar wandelen. Zoals Petrus op het water kon wandelen toen Jezus tegen Hem zei: ‘Kom’ en Lazarus opstond uit de dood, toen Jezus Hem riep, zo kan dit meisje ook opstaan in eigen kracht, zoals wij nu ook in eigen kracht aan het lezen zijn, omdat Jezus het zegt.

Daarom is het zo mooi om te zien wat Jezus dan als eerste zegt: ‘geef haar te eten.’ Bekommer je om het meisje, je hebt haar terug en daar gaat het mij om. God is niet een God van theologie, God is een God die bij ons in onze slaapkamer wil komen en met ons wil praten en ons wil helpen. Het gaat Hem in de eerste plaats om ons.

De enige reden dat wij dan ook mogen getuigen van Zijn liefde is omdat het God ook gaat om hen precies hetzelfde als het gaat om ons. Daarom gebiedt Hij deze ouders om het niet rond te vertellen, omdat het nu gaat om hen.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.