Het koninkrijk van God?

Lukas 9

26 Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid en in die van de Vader en in die van de heilige engelen. 27 En Ik zeg u in waarheid: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven, voordat zij het Koninkrijk van God gezien hebben. 28 Het gebeurde ongeveer acht dagen na deze woorden dat Hij Petrus en Johannes en Jakobus meenam en de berg opklom om te bidden. 29 En het gebeurde terwijl Hij bad, dat de aanblik van Zijn gezicht veranderd werd en Zijn kleding blinkend wit werd. 30 En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia. 31 Zij verschenen in heerlijkheid en spraken over Zijn heengaan, dat Hij zou volbrengen in Jeruzalem. (Lukas 9:26-31)

Zien we hier het koninkrijk van God? In de verhaallijn van Lukas lijkt het daar wel op. Maar is dit ene voorbeeld van de verheerlijking op de berg een kijkje in het koninkrijk van God?

In de verhaallijn van Lukas zijn de discipelen steeds verder in het volgen van Jezus. Ze volgen Jezus nu in de werken die Hij doet, ze volgen Hem in de overtuiging dat Hij werkelijk de Christus is. Jezus benadrukt dat als ze Hem werkelijk voor de honderd procent volgen ze Hem zullen zien in al Zijn heerlijkheid. En dan bevestigt Jezus deze groei met door hen te laten weten dat er enkele van hen het Koninkrijk van God zullen zien voordat ze sterven.

En dan acht dagen na die uitspraak van Jezus over het zien van het Koninkrijk van God, zijn er daar drie discipelen met Jezus op de berg. En zij hebben een ervaring waar ze de stem van God horen, waar ze Jezus zien in de meest pure gedaante, waar ze een gesprek meemaken dat gaat over het werk van de Christus dat gaat komen.

Jezus ging rond en sprak over dit Koninkrijk, het zou komen, het zou dichtbij zijn, het Koninkrijk is niet hier of daar, het is in ons. En deze woorden dringen steeds verder door in het bewustzijn van de discipelen. Het is het Koninkrijk van God waar het om gaat, het is het Koninkrijk van God dat Jezus kwam brengen. En zou er dan op deze berg dit Koninkrijk zijn?

We zien het nu in de wereld, mensen die vechten voor een stukje land. Soms nemen ze stukje bij beetje meer in zodat ze daar de zeggenschap over kunnen hebben. Het gaat niet allemaal in één keer. Het Koninkrijk van God gaat ook niet in één keer, het is daar waar God zeggenschap krijgt. Op het moment dat wij onszelf er helemaal aan overgegeven hebben zullen wij meer en meer van Zijn Koninkrijk in ons leven zien.

En dat is wat de discipelen nu zagen gebeuren bij Jezus. Op het moment dat Jezus begint te bidden verandert alles en zien de discipelen dat deze plek een heilige plek wordt. Jezus veranderd in een pure en heilige verschijning. Is dit het Koninkrijk van God? Natuurlijk, hier is geen andere bron dan God zelf. Hier gebeurt er niets anders dan dat Gods heerlijkheid wordt geopenbaard. Dit is het koninkrijk van God.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.