Een dagloner

Lukas 15

17 En nadat hij tot zichzelf gekomen was, zei hij: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom om van honger. 18 Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. 19 En ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maak mij als één van uw dagloners. (Lukas 15:17-19)

Op het moment dat Jezus bij dit gedeelte van Zijn gelijkenis kwam zullen de hoorders met gekromde tenen hebben staan luisteren. Eerst wil deze verloren zoon zijn vader dood hebben door de erfenis alvast op te eisen, dan gaat hij lekker feesten in de stad en jaagt hij de erfenis er doorheen. Voor hen had het verhaal hier bij de varkens mogen eindigen, dat is waar deze verloren zoon zijn verdiende loon krijgt.

Maar het wordt nog erger. Want als we goed naar de beredenering luisteren van deze verloren zoon dan is het puur egoïsme. Deze verloren zoon heeft alleen maar zelfmedelijden omdat hij bij de varkens zit en zelfs het eten van de varkens moet eten. Zal zijn vader niet een beetje genadig kunnen zijn door hem tenminste aan te nemen als een dagloner?

Wat een beredenering, de enige reden waarom hij terug wil gaan naar de vader is omdat hij het zat is om het eten van de varkens te eten. Hij weet dat de dagloners in het huis van de vader het beter hebben dan hij hier. Vers 18 en 19 zullen zo wrang in de oren van de hoorders hebben geklonken. Het klinkt eerder als een smoes of een leugen dan dat hij zich er werkelijk van bewust is dat hij goed fout zit.

Jezus laat heel bewust de motivatie van de verloren zoon zien. En voor ons is het vaak precies hetzelfde. Waarom zijn wij eigenlijk christen? Is het werkelijk omdat we de Vader lief hebben met heel ons hart, met al onze kracht en heel ons verstand? Vaak heeft het niets met liefde voor de Vader te maken, we horen er nu eenmaal bij, of we zijn bang om naar de hel te gaan.

De verloren zoon lijkt zich dieper in de problemen te werken. Waarom zou de vader hem nu nog accepteren? De vader zou zo door de leugens heen prikken, de erfenis is weg, niets is er nog over van wat eens zijn zoon was. Ja, misschien dat de vader hem nog een plekje geeft als een dagloner, maar niet meer dan dat. Zelfs dat zou teveel eer wezen.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.