Gods weg

Lukas 19

28 Nadat Jezus dit gezegd had, reisde Hij voor hen uit en ging naar Jeruzalem. 29 En het gebeurde, toen Hij dicht bij Bethfagé en Bethanië gekomen was, bij de berg die de Olijfberg heette, dat Hij twee van Zijn discipelen uitzond. 30 Hij zei: Ga het dorp in dat voor u ligt, en als u daar binnenkomt, zult u een veulen vinden dat vastgebonden is, waarop geen mens ooit heeft gezeten. Maak het los en breng het hier. 31 En als iemand u vraagt: Waarom maakt u dat los, dan zult u zo tot hem spreken: Omdat de Heere het nodig heeft. 32 En zij die uitgezonden waren, gingen erheen en vonden het zoals Hij hun gezegd had. 33 En toen zij het veulen losmaakten, zeiden de eigenaars ervan tegen hen: Waarom maakt u het veulen los? 34 Zij nu zeiden: De Heere heeft het nodig. (Lukas 19:28-34)

Jezus heeft zijn volgelingen al gewaarschuwd, Hij gaat niet naar Jeruzalem om met groots spektakel het Koninkrijk van God te beginnen. Maar dat betekent niet dat Hij Zijn positie daarom maar onder stoelen en banken steekt. Hij is en blijft de Koning der koningen en Hij zal daarom ook gewoon de profetieën vervullen en Jeruzalem binnen rijden als een koning.

Jezus is nu resoluut in de stappen die Hij gaat nemen. Niet langer loopt Hij tussen de mensen in, maar gaat Hij vooruit. Met stevige stappen bepaalt Hij nu de richting waarin ze moeten gaan. Bij vele gebeurtenissen in het leven van Jezus zijn mensen betrokken met hun eigen geloof of met hun eigen inspanningen. Maar dit gedeelte beschrijft een gebeurtenis waarin we als volgelingen van Jezus maar een ding hoeven te doen, volgen.

Vaak zijn er van die momenten dat God even alles in de hand neemt, alles tot in het detail regisseert. En dan moeten we weten dat we niet eigenwijs moeten zijn, anders zetten we onszelf buitenspel.

Enkele discipelen worden gevraagd om trouw te doen wat Jezus zegt. Ze moeten geen vragen stellen maar precies dat doen wat Jezus van hen vraagt. Want Jezus weet meer dan wat wij weten. God heeft Zijn eigen plan en zal dat uitvoeren en niemand zal daar een stokje voor kunnen steken. En zo moeten wij God ook leren kennen.

Vanaf de kleuterklas wordt ons al geleerd dat we ons leven in eigen handen hebben. De simpele vraag: ‘wat wil jij later worden?’, helpt ons realiseren dat we zelf het heft in handen hebben. Maar we moeten leren dat Jezus een weg gaat die hoger is dan de weg die wij willen gaan. Hij is de Koning van ons leven, Hij gaat een weg die de beste is.

En als wij daarin meegaan zullen er dingen gebeuren die we niet kunnen verklaren. Zoals een ezel die we zomaar ergens vandaan halen zonder dat het stelen is. Het vraagt vertrouwen van God, maar het is een weg die Hij in handen heeft.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.