Dat nooit

Lukas 20

13 En de heer van de wijngaard zei: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon sturen. Als zij deze zien, zullen zij mogelijk ontzag voor hem hebben. 14 Maar toen de landbouwers hem zagen, overlegden zij onder elkaar en zeiden: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden, opdat de erfenis van ons zal worden. 15 En toen zij hem buiten de wijngaard geworpen hadden, doodden zij hem. Wat zal dan de heer van de wijngaard met hen doen? 16 Hij zal komen en die landbouwers ombrengen en zal de wijngaard aan anderen geven. En toen zij dit hoorden, zeiden zij: Dat nooit. (Lukas 20:13-16)

De woorden: ‘dat nooit’ klinken zo raar in dit verhaal. Je zou juist denken dat ze het er mee eens waren. Die landbouwers verdienen niets anders, ze hebben driemaal een slaaf met lege handen weggestuurd en daarna de zoon van de eigenaar vermoordt. De wijngaard moet maar weggegeven worden aan anderen. En toch zeggen zij: dat nooit.

Hebben ze dan helemaal geen gevoel voor rechtvaardigheid meer of zit er iets anders achter? Waarschijnlijk hebben ze door waar Jezus het over heeft. Ze weten dat zij die landbouwers moeten voorstellen. De woorden zijn geen reactie op het verhaal zelf, maar op de diepe betekenis die er  achter zit. En de religieuze leiders zijn niet dom, ze weten echt wel dat zij de moordenaars zijn waar Jezus het over heeft.

Met deze resolute uitspraak willen de religieuze leiders zich compleet distantiëren van de gelijkenis. In hun ogen is dit niet hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Jezus is niet de Zoon van God, de religieuze leiders zijn juist wel gehoorzaam aan hun God. Maar waarom begrijpen ze de gelijkenis dan zo goed?

Soms hebben wij ook heftige reacties omtrent ons geloof, we staan zo sterk op bepaalde punten dat we heel resoluut reageren op het moment dat we worden aangevallen. Als dat zo is dan moeten we uitkijken, want het is niet ons evangelie, het zijn niet onze dogma’s, het is Gods Woord en Hijzelf zal het verdedigen. Op het moment dat wij onszelf beginnen te verdedigen is de kans groot dat we vechten tegen God in plaats van voor God.

Laten we nederig zijn en altijd onze eigen overtuiging tegen het licht van de Heilige Geest houden. Hoe sterk we bijbels ook staan, we mogen twijfelen zolang we maar niet twijfelen aan God zelf. Want we moeten onszelf beschermen tegen de overtuigingen die ons leven gaat beheersen zoals het het leven van de religieuze leiders ging beheersen.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.