Reikhalzend uitkijken

Handelingen 1

12 Toen keerden zij terug naar Jeruzalem, van de berg die de Olijfberg genoemd wordt, die vlak bij Jeruzalem is en daar een sabbatsreis vandaan ligt. 13 En toen zij in Jeruzalem gekomen waren, gingen zij naar de bovenzaal en bleven daar, namelijk Petrus en Jakobus en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeüs en Mattheüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon Zelotes, en Judas, de broer van Jakobus. 14 Dezen bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers. (Handelingen 1:12-14)

Zij zijn de getuigen, ze worden even bij naam genoemd.Zij zijn de degene die Jezus naar de hemel hebben zien gaan.Daarna gaan ze naar Jeruzalem zoals Jezus hen had opgedragen. En dan gebeurd er iets bijzonders, het wachten waar Jezus het over had betekent voor deze discipelen dat ze gaan bidden en smeken.

Waarom zouden ze dat doen? Wat Jezus had gezegd was dat ze moesten wachten, want de Vader gaat hen de belofte geven. Zouden ze dan als goede volgelingen van Jezus de tijd dan maar met bidden opvullen? Is dat niet vaak hoe wij ons gebed gebruiken?

Er is maar één goede manier van bidden en dat is een gebed dat verwacht. Een gebed dat de tijd opvult is een aanfluiting voor God. Een gebed zonder dat we een antwoord verwachten is een gebed zonder geloof. En als we werkelijk in ons hart durven kijken dan moeten we toegeven dat we niet echt het idee hebben dat God geïnteresseerd is in ons gebed.

En dat is de reden waarom deze mensen in deze bovenzaal begonnen te bidden en te smeken. Ze waren vol verwachting voor de belofte van de Vader. Op het moment dat we beginnen te bidden laten we God weten dat we juist met Hem willen wandelen, dat we bereidt zijn om Zijn plan te volgen in ons leven.

God wil ons gebed horen, het is geen opvulling van tijd of een religieuze taak die er bij hoort. Het moet het hart worden van ons geloof. En vol verwachting moeten we blijven uitkijken naar de vervulling van Zijn beloften.Het gebed in zichzelf is niet de vervulling, het is het antwoord van God waar we naar uit moeten kijken. En dat is wat de discipelen hier doen in de bovenzaal.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.