De profeet David

Handelingen 2

29 Mannenbroeders, het is mij toegestaan over de aartsvader David vrijuit tegen u te zeggen dat hij én gestorven én begraven is, en dat zijn graf tot op deze dag bij ons is. 30 Aangezien hij een profeet was en wist dat God hem met een eed gezworen had dat Hij uit de vrucht van zijn lichaam, voor zover het zijn vlees betrof, de Christus zou doen opstaan om Hem op zijn troon te zetten, 31 daarom voorzag hij dit en zei hij over de opstanding van Christus dat Zijn ziel niet is verlaten in het graf en dat Zijn vlees geen ontbinding heeft gezien. 32 Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn. (Handelingen 2:29-32)

Petrus gaat de tekst die in de vorige overdenking is besproken nu zelf uitleggen. En daarbij begint hij bij het feit dat David zelf wel is gestorven en dat zijn graf er nog steeds is. Petrus wil er mee aangeven dat deze tekst dus niet over David zelf kan gaan, het moet wel over iemand anders gaan.

Ook laat Petrus weten dat David een profeet was, hij sprak de verlangens van God. De psalmen van David zijn in veel gevallen niet alleen liederen gecomponeerd om God te aanbidden, ze spreken ook profetisch over wat God gaat doen in de toekomst. Het is daarom belangrijk om ons niet blind te staren op de psalmen als liederen voor een kerkdienst. Ook zal God vandaag de dag nog tot ons willen spreken in nieuwe profetische liederen.

En dan begint Petrus over de grote belofte die God aan David heeft gedaan, de belofte van een Messias. En de combinatie van die belofte en de gave van profetie in het leven van David heeft deze psalm voortgebracht.

Nu meer dan 2000 jaar na de komst van de Messias moeten wij wel vol verwondering deze teksten lezen. Want we zien nu hoe mooi Gods plan is en hoe Hij ons er bij betrekt. We zien een koning David die vol overgave God lief had, we zien een belofte voor een blijvend koninkrijk. We zien een belofte voor een Messias die voor eeuwig dit koninkrijk zal leiden. En we zien een teken waardoor men had kunnen weten hoe het zal gebeuren.

En dat moet de toehoorders van Petrus laten zien dat dit moment naadloos aansluit op de hele geschiedenis van Israël en hun God. En dat moet ons vertellen dat God geen nieuwe religie is begonnen, maar een plan heeft waar Hij ons bij wil betrekken. Hij vraag niet van ons dat we bij het kruisje tekenen, Hij vraagt van ons dat wij in deze boot stappen en in vertrouwen met Hem meegaan.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.