Gods kijk op de situatie

Handelingen 11

1 De apostelen en de broeders die in Judea waren, hoorden dat ook de heidenen het Woord van God aangenomen hadden. 2 En toen Petrus naar Jeruzalem gegaan was, bestreden zij die van de besnijdenis waren, hem 3 en zeiden: U bent binnengegaan bij mannen die onbesneden zijn, en u hebt met hen gegeten. (Handelingen 11:1-3)

Hebben wij ook niet vaak ons oordeel klaar, als we andere mensen horen praten over hun gemeente of als we getuigenissen horen over genezingen en wonderen? We hebben vaak van die hele goede argumenten, argumenten die bijbels lijken te zijn, argumenten die theologisch heel goed doordacht zijn, maar we missen 1 ding.

En dat is dat we leren luisteren naar God. Want de twijfel die Petrus had is blijkbaar dezelfde twijfel die breed wordt gedragen door de joodse christenen. Want de joden waar Lukas het over heeft zijn niet de joodse leiders die niets met Jezus te maken willen hebben, het zijn de joden die volgelingen zijn geworden van de jood Jezus. En zij kunnen maar niet begrijpen waarom Petrus als jood bij een heiden naar binnen is gegaan.

Grappig is dat ze blijkbaar wel hebben gehoord over Petrus die bij een heiden is gaan eten maar niet over het evangelie dat hij daar heeft verkondigd. En dat is vaak het geval bij de onmin tussen christenen. We nemen dan niet het hele verhaal, maar halen juist dat onderdeel eruit waarvan wij denken dat het absoluut niet is toegestaan als christen. We raken gefocust op dat gedeelte waardoor ons zicht beperkt is.

We moeten van dit tekstgedeelte leren, want dit is een van de eerste grote problemen in de vroege gemeente. Er is hier duidelijk een onenigheid over welke richting de gemeente opgaat. En dit soort situaties hebben menig gemeente doen splitsen. We moeten leren om buiten ons eigen denken te durven kijken. Misschien begrijpen we niet alles, maar de juiste houding is dat we nederig durven te zijn.

Want alleen als we nederig voor God komen en Zijn kijk op de situatie leren zien dan verandert onze houding. Dan is het niet onze overtuiging die bepalend is, maar is het Gods verlangen die bepalend is. En alleen zo zal er eenheid kunnen zijn in de gemeente. Want de beslissing die God hier gemaakt heeft raakt de gemeente heel sterk. Hun positie zal radicaal veranderen, de joodse leiders zullen hen minder serieus gaan nemen. Maar ook dat moet niet bepalend zijn, Gods kijk op de situatie is waar wij naar moeten kijken.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.