Geven en ontvangen

Handelingen 18

1 En hierna ging Paulus uit Athene weg en kwam in Korinthe. 2 En hij trof er een Jood aan van wie de naam Aquila was, afkomstig uit Pontus, die onlangs uit Italië gekomen was, en Priscilla, zijn vrouw (omdat Claudius bevolen had dat al de Joden uit Rome weg moesten gaan) en hij ging naar hen toe. 3 En omdat hij hetzelfde beroep uitoefende, bleef hij bij hen en werkte er; want zij waren tentenmakers van beroep. 4 En hij sprak iedere sabbat in de synagoge en probeerde Joden en Grieken te overtuigen. (Handelingen 18:30-34)

Een van de problemen die we vandaag de dag zien met het zendingswerk is geld. Het hele systeem is een beetje verdraaid. Waar eigenlijk het werk voor het evangelie op nummer 1 moet staan zien we vaak zendingswerkers in de problemen omdat ze te weinig financiën hebben. Ze hebben niet genoeg supporters, de zendingsorganisatie eist dat ze op een bepaald niveau zitten en ga zo maar door.

Het is goed dat er geld wordt gegeven aan zendingswerk. Het is een zegen als we vanuit ons overvloed het werk van het evangelie kunnen helpen. Maar het is een systeem geworden, het schijnt alleen te werken als het volgens de officiële kanalen gaat. En daardoor wordt het meer en meer een last. Mensen lijken niet meer zoals Paulus er op uit te kunnen gaan zonder enige vorm van steun.

En er zijn voldoende voorbeelden waarin we mensen zien die er wel op uit waren gegaan zonder enige vorm van steun. En veel van die mensen konden het niet volhouden en moesten daarom opgeven. Het is zo jammer, want wat zou er gebeuren als we weer vrij gelaten worden in de manier waarop we geven aan God? En wat zal er gebeuren als er mensen gewoon op uit zouden gaan en weten dat God een plan heeft?

En soms zitten we dan op een stoel tenten te naaien, soms moeten we even wat anders doen dan het evangelie verkondigen, maar we gaan wel door met het evangelie. En soms geven we iemand die geld nodig heeft zonder dat we er belastingvoordeel van hebben, maar we weten dat we het aan God geven.

Ook hier moeten we leren buiten ons eigen denkbeeld te kijken. Soms moeten we even wat verder gaan dan de gangbare envelop. Soms denken we er veel te veel bij na en moeten we gewoon geven wat ons hart ons ingeeft. En als zendingswerker kunnen we af en toe ook wel eens aan iets anders denken. Het is niet alles of niets, in alles kunnen we met God wandelen ook als we voor het eten moeten zorgen.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.