Het kamp van Jezus

Handelingen 19

13 En enkele van de rondtrekkende Joodse duivelbezweerders waagden het de Naam van de Heere Jezus uit te spreken over hen die boze geesten hadden. Zij zeiden: Wij bezweren u bij Jezus, Die door Paulus gepredikt wordt. 14 Het waren zeven zonen van Sceva, een Joodse overpriester, die dit deden. 15 Maar de boze geest antwoordde en zei: Jezus ken ik en van Paulus weet ik af, maar u, wie bent u? 16 En de man in wie de boze geest zich bevond, sprong op hen af en toen hij hen overmeesterd had, bleek hij sterker dan zij, zodat zij naakt en gewond uit dat huis vluchtten. (Handelingen 19:13-16)

Nog een heel duidelijk voorbeeld voor het feit dat er in het christendom niet zoiets is als magie. Er zijn geen hocus pocus woorden waardoor we iets gedaan krijgen. Deze 7 mannen proberen in de naam van Jezus een boze geest uit te werken, maar in plaats van de baas te zijn over de boze geest wordt de boze geest hen de baas.

Het bidden in de naam van Jezus is geen password om maar wat gedaan te krijgen bij de Vader. Er moet een eenheid zijn tussen Jezus en ons om deze woorden te kunnen gebruiken. We kunnen niet naar iemand toegaan en zeggen dat we in de naam van de koning iets willen hebben als we die hele koning niet kennen. Er moet eerst een oprechte relatie tussen de koning en ons zijn ontstaan. En zo is het ook met Jezus, we kunnen niet zomaar in Zijn naam dingen gaan roepen als we Hem niet kennen.

En in de geestelijke wereld zien ze dat nog duidelijker, want deze boze geest weet dat deze 7 mannen helemaal geen link hebben met Jezus. Zij hebben dus ook geen enkele autoriteit die een volgeling van Jezus blijkbaar wel heeft. Want dat is wat hier duidelijk wordt, op het moment dat we wel bij Jezus horen kunnen we in Zijn naam de boze geesten uitwerpen.

En dat is de andere kant van de medaille, want we kunnen wel de nadruk leggen op het feit dat deze mannen niet zomaar de boze geesten konden uitwerpen, maar de volgelingen van Jezus kunnen dat blijkbaar wel. Want als wij weten dat wij bij Jezus horen dan weet de geestelijke wereld dat ook. En daar moeten wij ons gesterkt in voelen, het kwaad moet uit ons leven verdwijnen.

Hoor jij bij Jezus? Als we die vraag kunnen beantwoorden mogen we weten dat de boze naar ons moet luisteren. Niet omdat wij nu zo goed zijn, maar omdat wij bij het kamp van Jezus horen.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.