Leiden

1 Timotheus 2

4 Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid. 5 Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de gemeente van God zorg dragen? (1 Timotheus 3:4-5)

Er zijn veel werkers in het Koninkrijk van God die vergeten dat ze een gezin hebben. Ze zijn zo druk met al het werk dat ze voor God aan het doen zijn, dat ze vergeten dat de grootste verantwoordelijkheid die God ons heeft gegeven ons eigen gezin is. Het werk dat we voor God doen is geen excuus om ons gezin te vergeten.

Hebben wij een visie voor ons gezin, is er een verlangen in ons hart voor hoe wij onze thuissituatie willen hebben. Want als die visie er is dan willen we dat ook uitvoeren, dan heeft ons gezin werkelijk prioriteit. Maar als we altijd maar op pad zijn, ver van ons gezin en we alles overlaten aan de vrouw, dan is het gezin alleen maar iets dat er bij hoort.

Het gezin is de eerste plek waar wij een verlangen voor mogen hebben, een verlangen waarin we hopen op een plek waarin onze vrouw en kinderen zich werkelijk thuis mogen voelen. Een plek waar God wordt gediend en geloofd. En als we zo de leiding nemen dan weet Paulus dat we zo ook de leiding in de gemeente zullen nemen.

Want dat is leiding geven, een visie hebben voor een groei in de aanwezigheid van God. En als we dat thuis niet kunnen laten zien, hoe kunnen we dat dan in de gemeente laten zien. We zijn geen leider in de gemeente omdat het ons wat oplevert, we leiden in de gemeente omdat we een verlangen hebben voor de gemeente, dat ze mogen groeien in de aanwezigheid van God.

This entry was posted in 54 1 Timotheus. Bookmark the permalink.