Onder de voet

1 Petrus 2

18 Huisslaven, wees uw meesters met alle ontzag onderdanig, niet alleen hun die goed en welwillend zijn, maar ook die verkeerd handelen. 19 Want dat is genade, als iemand om het geweten voor God dingen verdraagt die hem pijn doen, en daarbij ten onrechte lijdt. 20 Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God. (1 Petrus 2:18-20)

We worden zo graag boos op onze baas, hij/zij is zo gierig, houdt geen rekening met onze persoonlijke omstandigheden en zo kunnen we nog wel even doorgaan. En daarom is dit geen populair gedeelte, want eigenlijk neemt dit elke optie om in protest te gaan bij ons weg. Moeten we dan over ons heen laten lopen? Het lijkt er wel op.

En nu hopen we natuurlijk dat er een ‘maar’ komt, dat er een soort ontsnappingsclausule is maar die is er niet. Petrus is heel duidelijk, wij moeten over ons heen laten lopen. Want dat is genade en de genade van God is er een heel duidelijk voorbeeld van. God heeft er voor gekozen om over zich heen te laten lopen. En de wereld doet dat nog steeds en toch gaat God door met Zijn verlangen om iedereen te redden.

En als wij de genade van God hebben ontvangen dan willen wij deze genade ook geven. Dit heeft alles te maken met de vrijheid die wij hebben ontvangen. Het opstaan voor onze rechten is een drang naar erkenning van wie wij zijn, we willen onze eigen identiteit. Maar op het moment dat we genade hebben ontvangen is dat niet meer van belang. Jezus kwam hier ook niet op aarde om een bepaalde naam te verkrijgen, Hij kwam om de wil van de Vader te doen.

En als we dit aannemen dan maakt het niet uit in welke omstandigheden wij ons bevinden. God is goed voor ons en zorgt voor ons. In Hem zullen wij beloond worden voor het geduld en de verdraagzaamheid. Ja ook de verdraagzaamheid op ons werk, ook dat ziet God. Hoe erg we ook worden behandeld, hoe weinig we ook complimenten krijgen, God ziet het en zal in Zijn genade ons daarvoor belonen.

Wij hebben geen rechten hier op aarde, wij mogen een speelbal zijn. Het moet ons niet uitmaken, God regeert en ziet alles. De beloning voor het opstaan voor onze rechten is hier op aarde en is beperkt, maar de beloning voor verdraagzaamheid is in God en is eeuwig.

This entry was posted in 60 1 Petrus. Bookmark the permalink.