Stoïcijns

1 Petrus 3

13 En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede? 14 Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen, 15 maar heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en ontzag. (1 Petrus 3:13-15)

Volgens Petrus is het heel simpel. Als we onze best doen zal dat als een effen pad in ons leven zijn. Mensen zullen niets tegen ons kunnen inbrengen omdat wij een rechtvaardig leven hebben. En zelfs al zijn er hobbels die ander mensen op die effen weg leggen dan nog mogen we er op vertrouwen dat we in de perfecte relatie zijn met onze Vader in de hemel.

We moeten gewoon stoïcijns het goede doen in ons leven. Het kan dan goed uitpakken omdat we een rechtvaardig leven hebben waar mensen niets tegen kunnen doen. Maar het kan ook kwaad uitpakken omdat de mensen zich op een illegale manier zich tegen ons gaan verzetten. Maar het moet niet uitmaken.

Stoïcijns blijven in het verlangen om God te dienen, met ons doel op het hemelse leven. En vaak zal daar ook geen oppositie tegen komen, maar als die er wel komt hoeven we ons geen zorgen te maken. We moeten vooral niet in de verwarring raken, want het is normaal. Maar God moet heilig blijven in ons hart.

Vele hindoes hier in India hebben een extra kamer in het huis. En in die kamer staat hun god, ze hebben hem een permanente plek gegeven. En zo heeft Petrus het hier ook over de God van hemel en aarde die wij een permanente plek hebben gegeven in ons leven. En op het moment dat we in de problemen komen moeten we ons 1 ding vasthouden en dat is die heilige plek die God heeft in ons leven. We moeten die met alle macht beschermen.

Hij moet werkelijk alles zijn in ons leven, Hij moet die heilige permanente plek hebben in ons hart. Want uiteindelijk is het God alleen aan wie wij verantwoording moeten afleggen.

This entry was posted in 60 1 Petrus. Bookmark the permalink.