Oprecht gebed

Psalm 41

6 Mijn vijanden spreken kwaad over mij en zeggen:
Wanneer zal hij sterven en zijn naam vergaan?
7 Als een van hen naar mij komt kijken,
spreekt hij valse dingen
en zijn hart brengt onrecht bijeen;
gaat hij naar buiten, dan spreekt hij daarover.
8 Allen die mij haten, mompelen tezamen over mij.
Zij bedenken tegen mij wat slecht voor mij is en zeggen:
9 Verdorven praktijken kleven hem aan;
wie zo neerligt, zal niet meer opstaan.
10 Zelfs de man met wie ik in vrede leefde,
op wie ik vertrouwde, die mijn brood at,
heeft zich tegen mij gekeerd.
(Psalm 41:6-10)

We zouden ons kunnen afvragen waarom David dit gedeelte in een psalm zou zetten? Als we kijken naar de hedendaagse aanbiddingsliederen dan is er waarschijnlijk geen enkel lied die in de buurt komt van de betekenis van deze verzen. En we zouden ook even kunnen nagaan hoe vaak de berijmde versie van psalm 41 het derde en vierde vers wordt gezongen in kerkdiensten. Het zou zomaar kunnen dat het niet 1 keer is gezongen dit jaar.

Want als we het over aanbidding hebben dan hebben we het over goed-gevoel liederen. Het gaat over hoe goed God is en wat Hij allemaal gedaan heeft. We moeten samen komen en God prijzen, grote woorden waarin we onze God op nummer 1 zetten. En zeker de meer charismatische gemeenten willen vooral het gevoel van Zijn aanwezigheid daarin benadrukken.

Maar veel van de psalmen die David heeft geschreven gaan daar helemaal niet over. En dat heeft te maken met het doel van aanbidding. Bij aanbidding denken wij aan wat klanken en woorden die als een offerande voor de troon van God moeten komen. Eenzijdig stijgen onze mooie woorden op en God mag het ruiken als een goed ruikende parfum. Maar dat is geen aanbidding.

Wij hoeven Gods liefde en goedheid niet te komen met aanbidding, aanbidding is voor Zijn troon komen, Zijn aangezicht zoeken. En als we dat leren begrijpen, begrijpen we deze verzen ook. Want dan maakt het niet uit wat onze woorden zijn, Hij weet al wat er in ons hart leeft. Het gaat er om dat we voor Zijn troon komen.

God verlangt naar een aanbidding in geest en waarheid en daar zijn deze verzen een heel duidelijk voorbeeld van. David houdt zich niet in en probeert niet een bepaalde etiquette toe te passen op zijn relatie met God. Hij komt voor de troon in waarheid, in geloof en verlangen. En als hij Gods grootheid bezingt komt dat uit die ervaring van een relatie met de Heere. We zingen dit soort verzen niet genoeg, we moeten nu eens eerlijk zijn naar God en Hem vertellen hoe wij ons echt voelen.

This entry was posted in 19 Psalmen. Bookmark the permalink.