Veilig?

Psalm 56

1 Een gouden kleinood van David, voor de koorleider, op ‘Duif op verre eiken’ toen de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath.
2 Wees mij genadig, o God, want de sterveling wil mij opslokken;
de hele dag onderdrukt mij de bestrijder.
3 Mijn belagers willen mij de hele dag opslokken,
want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste!
(Psalm 56:1-3)

Zou David zoveel vijanden hebben gehad als hij niet tot koning was gezalfd. Kijk wat er met Jezus is gebeurd, mensen zagen hem als een gevaar in plaats van de zoon van God die verlossing bracht. Dit is wat er gebeurd op het moment dat we dicht bij God komen en Zijn heerlijkheid zich in ons gaat openbaren.

David heeft veel bestrijders, veel vijanden, mensen die niet kunnen accepteren wat God in David ziet. Dat begon al bij koning Saul, hoe meer hij zag dat God met hem was, hoe jaloerser hij werd. Denk aan Josef, de zegen die op zijn leven was zorgde dat hij slaaf werd, gevangen.

Het moment dat wij Jezus oprecht willen volgen is er niet op eens vrede in ons leven, dan begint juist de wanorde. Want het kwaad wil het licht van God niet accepteren en als ze Jezus niet hebben geaccepteerd, hoe zouden ze dan ons die Jezus oprecht willen volgen, accepteren?

Gods zalving, Gods Heilige Geest in ons leven brengt ons op een plek waar we geborgen zijn in Hem, maar tegelijk vreemdeling op deze aarde. We kunnen het niet samen brengen, het is een keuze die we moeten maken. Maak je geen zorgen, Gods genade zal met je zijn en Hij zal je beschermen. Roep het uit naar Hem, en blijf bij Hem.

This entry was posted in 19 Psalmen. Bookmark the permalink.